Muziek en hoe, muziek bloem. Muziek, muziek pap. Muziek, ah plus. Muziek, nee. Muziek, hoe? Muziek, dus. Muziek, of? Muziek, oh. Muziek het op, ah. Muziek, he. Muziek, oh t 4. Muziek, hoe? Applaus. Muziek, ja hoor. Muziek, mooi. Muziek, oh. Muziek en, nee. Muziek en, applaus. Muziek, muziek, muziek, muziek doen. Muziek, muziek, muziek en, muziek. Muziek, muziek, nu. Muziek, hey per. Muziek, hey. Muziek, ja. Applaus. Muziek, nee. Muziek, het. Muziek, he, ok ok he. Applaus. Muziek, muziek, muziek.